
Al eerder schreef ik over 114 definities van circulaire economie die op een hoop zijn gegooid om een soort consensus te bereiken over wat circulaire economie nou precies is. Vette spoiler voor wie die blog nog niet gelezen heeft: er is geen allesomvattende definitie waar iedereen het mee eens is. Alsnog is wel nuttig om te zien waar de discussies over gaan, zodat je zelf een standpunt kunt innemen.
Het onderzoek dat deze blog behandelt beschrijft het ontstaan en de ontwikkeling van het begrip circulaire economie door de jaren heen. Hierdoor krijgen we hopelijk meer begrip over wat circulaire economie is. Het gaat er niet om een allesomvattende waarheid te beschrijven. Deze blog is bedoeld om de discussies te laten zien rondom circulaire economie door de jaren heen. Met deze kennis kun je zelf een standpunt innemen. En niet onbelangrijk: je kunt anderen beter begrijpen.
Het onderzoek waar deze blog over gaat is niet specifiek op de bouw gericht, maar ik denk dat mensen in de bouwsector er alsnog van kunnen leren.
1960–1985: Aanloopperiode
In deze periode gaat het debat vooral over het vervuilende effect van afval. Er waren twee belangrijke pijlers in het denken over afval en materiaalgebruik.
Ten eerste werden er boeken uitgebracht zoals Closed Spaceship Economy van Boulding (1966) en Operating Manual for Spaceship Earth van Buckminster Fuller (1969). Er was groot bewustzijn dat de aarde uiteindelijk een gesloten systeem is en dat we dus zorgvuldig met bronnen en afval om moeten gaan.
Ten tweede werd het denken over bronnen en afval ontwikkeld door wetenschappers die op het gebied van biologie, ecologie, en systeemdenken. [Ook het begrip complexiteit waarover ik meer ga schrijven, is in deze periode ontwikkeld. Zie mijn blog over het interview met Stacey als inleiding hierop!] Vanuit die vakgebieden werden nieuwe inzichten en ideeën ontwikkeld. Een belangrijk idee is dat de ontwikkeling van de natuur model staat voor ontwikkeling van de mensheid.
Afval werd in deze tijd gezien als negatief en iets dat voorkomen moet worden. De ideeën uit deze tijd hebben alleen geen van allen geleid tot praktische oplossingen.
1985–2013: Periode van enthousiasme
Enthousiasme? Ja! In dit tijdsvak waren mensen enthousiast over het idee van circulaire economie. Ook in deze periode waren twee pijlers in het debat belangrijk.
Ten eerste, vanaf ongeveer 1985 ontstonden ideeën ten aanzien van de levenscyclus van dingen, en er ontstond dus ruimte voor het idee dat afval niet alleen maar negatief hoeft te zijn. Er kwamen steeds meer ideeën om de levenscyclus van dingen te verlengen, dingen te recyclen, gebruik te maken van afval (wat toen ook al urban mining werd genoemd), diensten te verlenen in plaats van producten te verkopen (wat toen dus ook al product-service-systems werden genoemd), en energie te gebruiken die vrijkomt bij industrie.
Ook werd duurzaamheid eind jaren tachtig steeds meer gezien als een kans om risico’s te managen, kosten te besparen, innovatie te stimuleren en de economie te laten groeien. Er kwam steeds meer bewustzijn dat alles met alles samenhangt. Hierdoor werd het denken over duurzaamheid, materiaalgebruik en afvalmanagement steeds complexer.
Echter, echt goede en concrete oplossingen of strategieën om met materiaalgebruik en afval om te gaan zijn in die tijd nog niet bedacht.
Ten tweede, er ontstonden pogingen om oplossingen voor te schrijven hoe om te gaan met materiaalgebruik en afval. Twee groepen mensen maakten hiervan gebruik: beleidsmakers van de overheid en bedrijven. Er werden allerlei rapporten en boeken uitgebracht die ingingen op het gebruik van materialen en omgaan met afval. Een bekende is bijvoorbeeld Cradle to Cradle van Braungart en McDonough (2002).
In al die rapporten en boeken werden verschillende terminologieën gebruikt, en er kwam behoefte aan een paraplu-concept dat al die ideeën uit die rapporten, boeken, en concepten zou kunnen vangen. De Ellen MacArthur Foundation in 2013 en het World Economic Forum in 2014 hebben de term circulaire economie een flinke boost gegeven, en de term werd in steeds meer kringen gebruikt als een overkoepelend paraplu-concept voor alle terminologie ten aanzien van materiaalgebruik en afvalmanagement.
2013– heden[i]: Periode waarin het concept op de proef wordt gesteld
Vanaf 2013 is de term circulaire economie dus bestendigd, en daardoor ontstond er ook meer ruimte voor kritiek en wordt de term en de implementatie daarvan op de proef gesteld.
Een onderdeel van dit debat zijn termen zoals recycling en downcycling. Er zijn geen goede manieren om hier echt onderscheid in te maken, en tegelijkertijd zijn er allerlei meetinstrumenten op de markt aan het verschijnen.
Een ander onderdeel van dit debat is de relatie tussen circulaire economie en energie. Sommigen vinden dat energie onderdeel is van circulaire economie of juist andersom. De relatie tussen duurzaamheid en circulaire economie is niet duidelijk (maar wel onderzocht door een andere onderzoeksgroep! Lees hierover meer in mijn blog ’12 overeenkomsten, 9 verschillen, en 8 type relaties tussen duurzaamheid en circulaire economie’).
De toekomst
Er zijn nog veel dingen die we niet weten over circulaire economie, en kansen voor onderzoek.
Er is onderzoek gedaan ten aanzien van de levenscyclus van materialen. De volgende stap is om verder te kijken dan een individueel materiaal, maar ook om de samenhang tussen verschillende materialen te onderzoeken. De complexiteit van levenscyclusanalyse moet meer erkend worden en onderzoekers moeten dit verder ontwikkelen. Er moeten ook meer kennis komen over het meten van circulariteit van een groep materialen (zoals een gebouw!). Aanstaande donderdag schrijf ik daar een blog over. Het blijkt nog helemaal niet zo eenvoudig te zijn om de mate van circulariteit van een gebouw te bepalen.
Ten tweede moet er meer aandacht komen voor praktische implementatie van het concept circulaire economie. We zijn bezig geweest met het wat en minder met het hoe.
Om dit te bewerkstelligen is sociaal onderzoek nodig over hoe mensen met elkaar circulaire economie in hun werk toepassen. Ik schreef al eerder een blog over ‘5 adviezen om samen circulair te bouwen‘. [EN….. niet om op te scheppen, maar laat dat nou toevallig ook altijd het onderwerp van mijn onderzoek zijn! 🙂
Lees bijvoorbeeld deze blog over waarom circulaire bouwprojecten vaak in een pilotfase blijven hangen]
Conclusie
Uiteindelijk komen de Britse onderzoekers tot de conclusie dat verschillende concepten en strategieën om met bronnen van materialen en afval om te gaan op zichzelf niet nieuw zijn, maar dat het concept circulaire economie opnieuw aandacht vestigt op het belang van dit soort strategieën en de relatie daartussen.
Circulaire economie biedt dus een nieuw perspectief op het gebruik van bronnen van materialen en afval. Strategieën ten aanzien van het gebruik van materialen en afval komen stapje voor stapje vooruit.
Deze historische beschrijving van de ontwikkeling van het begrip circulaire economie is natuurlijk beperkt in bijvoorbeeld omvang, en tijd. Toch helpt deze beschrijving bij het beter plaatsen en begrijpen van het begrip circulaire economie.
[i] Dit artikel is in 2017 verschenen. Ik verwacht niet dat er na 2017 ineens een nieuwe periode in de ontwikkeling van circulaire economie is aangebroken. Maar je weet maar nooit. Vandaar deze disclaimer!
Blomsma, F., Brennan, G., (2017). The Emergence of Circular Economy. A New Framing Around Prolonging Recourse Productivity. Journal of Industrial Ecology, volume 21, number 3
Ken jij dat gevoel dat als een persoon meer vertelt over zijn of haar achtergrond dat je ineens zijn of haar huidige gedrag beter kunt plaatsen? Zijn of haar levensgeschiedenis zegt veel of wie hij of zij is. Dat werkt niet alleen met vrienden zo, maar ook met het begrip circulaire economie 🙂
#Circulairbouwen #literatuuronderzoek #complexiteit #Circulaireeconomie #peopleplanetprofit #Duurzaambouwen #Definitie #Wetenschapvertaald #Duurzaamheid