
Binnen ketensamenwerking is macht superbelangrijk. Macht maakt de totstandkoming van bouwprojecten. Maar je hoort er nooit iets over.
Binnen bouwprocessen is er continu sprake van mensen die macht over elkaar uitoefenen. In deel 1 en deel 2 van Project Aalborg is dit natuurlijk heel zichtbaar.
Maar ook in andere situaties is altijd sprake van machtuitoefening. In de ‘pilot-impasse van circulaire bouwprojecten’ ligt het onderwerp ‘macht’ misschien iets minder voor de hand. Maar in de hele samenwerking tussen allerlei mensen (met verschillende werkgerelateerde en persoonlijke belangen) zijn mensen continu macht op elkaar aan het uitoefenen. De mededeling “Je moet binnen budget blijven” is een simpele vorm van machtsuitoefening die je gauw over het hoofd ziet.
Deze blog gaat over macht.
Wat is macht?
Stacey (waarover ik al eerder schreef en daarvoor ook al) zegt dat als iemand iets nodig heeft van een ander (liefde, werk, geld, status, wat dan ook) de ene persoon potentieel macht heeft over de ander.
Macht is niet goed of slecht
Voordat ik verschillende vormen van macht beschrijf, moet ik even iets anders kwijt. Bij macht hangt altijd een zweem dat macht en machtsuitoefening ‘slecht’ zijn. Wat mij betreft is macht niet slecht. Er wordt weliswaar misbruik gemaakt van macht, maar dat betekent niet dat de macht zelf slecht is. Macht is altijd aanwezig en is in de kern niet goed of slecht.
Drie niveaus van macht
Volgens Lukes (een socioloog uit de jaren tachtig) zijn er drie vormen van macht:
Zichtbare machtsuitoefening.
Machtsuitoefening door bepaalde onderwerpen niet te bespreken.
Geïnternaliseerde macht.
Er volgen drie voorbeelden die ik in mijn proefschrift op pagina 140 en 141 ook bespreek. (Dit is trouwens de allereerste keer in deze blog-reeks dat ik rechtstreeks iets uit mijn proefschrift opschrijf 🙂 )
Zichtbare machtsuitoefening.
Een voorbeeld van zichtbare machtsuitoefening is wanneer de aannemer en onderaannemer met elkaar onderhandelen over de prijs van een bepaald projectonderdeel. Een van de mensen die ik hierover interviewde noemde dat ‘ze doen argumenten over en weer’. Sommige betrokken mensen in dit project (vooral diegenen die bij de opdrachtgevende woningcorporatie werkten) vonden dit een twijfelachtig proces, want “kennelijk zat er in de oorspronkelijk geboden prijs toch nog ruimte”. Dat kan zo zijn, maar het is wel een zichtbaar proces van machtsuitoefening.
Een ander voorbeeld van zichtbare machtsuitoefening is wanneer (in hetzelfde project) de opdrachtgever van de woningcorporatie zegt dat hij vindt dat de aannemer geen geld zou mogen verdienen aan het slim inkopen van materialen. De opdrachtgever stelt voor om, als de aannemer slim inkoopt, dat geld in een bepaalde risico-buffer te stoppen, en het geld te verdelen als het na oplevering van het project over is. De aannemer is het er niet mee eens, maar gaat toch akkoord. Je kunt het er niet mee eens zijn, maar de machtsuitoefening is wel zichtbaar.
Machtsuitoefening door bepaalde onderwerpen niet te bespreken
Deze machtsuitoefening gebeurt zo subtiel dat het bijna niet eens zichtbaar is.
Een voorbeeld van machtsuitoefening door bepaalde onderwerpen niet te bespreken is een situatie waarin de opdrachtgever impliciet verwachtingen heeft geschapen dat de aannemer na dit project eventueel een vaste partner zou kunnen worden.
Uit interviews bleek dat de aannemer extra tijd en moeite in dit project stopte om op die manier een wit voetje te halen bij de opdrachtgever in de hoop dat ze het volgende project ook weer mochten uitvoeren.
De opdrachtnemer lijkt zich hier van bewust.
Ondertussen wordt er bij de opdrachtgever intern onderling afgesproken dat ze niet van plan zijn om in de toekomst met vaste partners te gaan werken.
Dit wordt gedurende de uitvoer van het project echter niet onderling besproken, waardoor die onderlinge onuitgesproken verwachtingen in stand blijven.
Ik heb dit als onderzoeker tijdens een presentatie waar de woningcorporatie en de aannemer aanwezig waren toch op tafel gelegd. Een directeur van de opdrachtgever zei dat hij wel met vaste partners zou willen werken, maar dat de Raad van Toezicht van de woningcorporatie nooit akkoord zal gaan, vanwege allerlei fraude-incidenten met woningcorporaties vanuit het verleden. Hiermee werd dit onderwerp ook weer snel van tafel geveegd, en bleef de machtsdynamiek in stand.
Trouwens, dit voorbeeld zal waarschijnlijk een andere lading hebben gekregen vanwege de personeelscrisis in de bouw.
Geïnternaliseerde machtsverhoudingen
Dit is het klassieke voorbeeld van machtsverhoudingen tussen bijvoorbeeld een slaaf en een meester. De onderdanige positie van de slaaf is onderdeel geworden van zijn identiteit.
Deze vorm van macht is zo geïnternaliseerd dat participanten soms niet eens beseffen dat er sprake is van macht. Aangezien we allemaal onderdeel zijn van deze samenleving is het moeilijk om deze vorm van macht te herkennen.
Een voorbeeld van deze vorm van macht zou kunnen zijn dat er een groot verschil is tussen het kantoorwerk van een project en het werk op de bouwplaats. Dat er een verschil is, is natuurlijk logisch en ook nodig. Op de bouwplaats moeten andere regels gelden dan op kantoor, ten aanzien van veiligheid, communicatie en logistiek.
Maar wat ik opvallend vind is dat bij bouwprojecten altijd aandacht wordt besteed aan het calculeren van bijvoorbeeld arbeidskosten, terwijl arbeidskosten op kantoor op een totaal andere manier gecalculeerd worden.
Een aannemer werd geïnterviewd over een renovatieproject van 400 appartementen. Hij zei:
“Het is altijd moeilijk om de arbeidskosten te berekenen. Als we bijvoorbeeld een uur te weinig calculeren voor een bepaalde klus aan een appartement (bijvoorbeeld het plaatsen van raamkozijnen), en we calculeren € 40,- per uur voor het plaatsen daarvan, dan kost het ons € 16.000,- En andersom kost het de opdrachtgever € 16.000,-“
In ander interview (over dezelfde casus) zei iemand:
“Onze uitvoerder is daar (het werk van de bouwvakkers) kritisch op. Dus die moet de uren aftekenen. Als bij ons jongens om kwart voor vier weggaan, in plaats van om vier uur, wordt er geld ingehouden van hun salaris. Dus dat moet wel gecontroleerd worden. Als hij vindt dat er te lang geschaft wordt. dan gaat hij er echt wel tegen in.”
Ik weet niet in hoeverre dit daadwerkelijk gebeurt (het lijkt met moeilijk handhaven), of dat dit taal is van een geïnterviewde die zich een beetje laat gaan.
Desalniettemin is het een voorbeeld van hoe bepaalde groepen binnen de bouw compleet anders worden benaderd dan andere groepen. Deze geïnterviewde zou mensen op kantoor nooit per kwartier afrekenen. Dan wordt ieder kopje koffie duur.
Ik neig ernaar om dit een vorm van geïnternaliseerde machtsuitoefening te noemen. Mensen op de bouwplaats worden met een andere set aan normen en waarden behandeld dan kantoormensen. Voor een deel is dit praktisch nodig, en er is sprake van verschillende culturen.
Maar volgens mij zitten er dus ook ethische kwesties aan die onder de loep genomen zouden moeten worden.
BRONNEN:
Venselaar, M., (2017). Work Floor Experiences of Supply Chain Partnering in the Dutch Housing Sector. Delft, Architecture and the Built Environment. https://doi.org/10.7480/abe.2017.15
Lukes, S., (1980). Studies in Sociology. Power. A Radical View. London, The MacMillan Press LTD.
Joehoe! Heb jij nog meer voorbeelden van macht? In welke vorm? Ik ben benieuwd! Laat een reactie achter.
#ketensamenwerking #projectmanagement #Samenwerking #bouwketen #samenwerken #macht