
In het onderzoek “114 definities van circulaire economie” wordt een oproep gedaan om te beschrijven hoe mensen circulaire gebouwen maken. In dit onderzoek wordt dat gedaan. Perfect dus!
Een groep voornamelijk Nederlandse onderzoekers denkt dat goede samenwerking met de bouwpartners extreem belangrijk is om een circulair bouwproject voor elkaar te krijgen. Maar of dat daadwerkelijk zo is, is nog niet goed onderzocht. Om te testen of hun voorgevoel klopt, onderzoeken ze drie casussen van circulair bouwen.
Wat is circulair bouwen?
De onderzoeksgroep van dit artikel beschrijft circulair bouwen als een aanpak van bouwen die de levenscyclus van gebouwen optimaliseert. Bij het ontwerpen van het gebouw moet al rekening wordt gehouden met de sloop van het gebouw. Verder worden nieuwe eigendomsverhoudingen gebruikt. Materialen worden alleen tijdelijk opgeslagen in een gebouw. Een gebouw kan dus worden gezien als een materialenbank.
Aanpak van het onderzoek
Uit de literatuur over circulair bouwen haalden de onderzoekers aspecten die belangrijk zijn in de samenwerking bij circulair te bouwen. Vervolgens hebben de onderzoekers drie cases van circulair bouwen onderzocht. Van iedere casus zijn documenten bestudeerd, zoals de tender, en een BREEAM rapportage. Ook zijn per casus zes stakeholders geïnterviewd.
Casus Park 20/20
Eén onderzochte cases was Park 20/20. Dat is een kantoorlocatie met meerdere kantoren in een park, waarbij geprobeerd is geen water, afval en energie te verspillen. Van alle materialen is een materialenpaspoort gemaakt, zodat wanneer het gebouw wordt afgebroken duidelijk is welke materialen er allemaal in zitten. Waar mogelijk zijn alle materialen in eigendom gebleven van de leveranciers, zoals het geval is bij de LED-verlichting, zonnepanelen en kantoormeubilair.
Samenwerking binnen de ontwikkeling van Park 20/20
Park 20/20 is in bouwteamverband ontwikkeld. Dat wil zeggen dat alle partijen, zoals de aannemer, de architect en leveranciers, vanaf een vroeg stadium in het project intensief hebben samen gewerkt.
Werken in bouwteams wordt in Nederland al vaak gedaan. Maar bij dit bouwteam waren volgens de onderzoeker uitzonderlijk veel verschillende bouwpartijen betrokken. Ook duurde de samenwerking in dit bouwteam langer dan de gemiddelde bouwteams in Nederland.
Ook zijn er meerdere workshops gehouden met de opdrachtgever en de eindgebruiker. Het doel was om goed voor ogen te krijgen wat de eindgebruiker precies nodig heeft in het gebouw, en ook om ze bekend te maken met circulair bouwen.
Het werk met zulke workshops was nieuw. Het bouwteam merkte dat ze inderdaad die eindgebruiker beter gingen begrijpen.
Visie-ontwikkeling van Park 20/20
De onderzoekers vonden dat er een sterke visie was ontwikkeld voor Park 20/20. Bijvoorbeeld, de visie om een materialenpaspoort te maken sprak tot de verbeelding. Die visie was belangrijk, want het stelde de mensen in het bouwteam, en ook de eindgebruikers in de workshops, in staat daar goed over discussiëren.
Leren van de ontwikkeling van Park 20/20
De onderzoekers merkten ook dat er veel geleerd werd tijdens de ontwikkeling van Park 20/20. Doordat bijvoorbeeld de staalleverancier al vroeg aan tafel zat, werden de andere partijen zich meer bewust waar staal vandaan komt en wat je ermee zou kunnen doen als het gebouw in de toekomst eenmaal afgebroken gaat worden.
Onderling vertrouwen
Onderling vertrouwen tussen de bouwteamleden is essentieel. Dit vertrouwen werd gekweekt doordat alle partijen verzekerd waren dat ze mochten meewerken aan meerdere kantoren binnen Park 20/20. Sommige mensen kenden elkaar ook al, omdat ze al eerder hadden samengewerkt. Ook wisselden de partijen informatie aan elkaar uit, wat het onderling vertrouwen bevorderde.
Het businessmodel van Park 20/20
De onderzoekers hebben verschillende duurzame aspecten in het businessmodel van Park 20/20 gezien.
Een aspect van het businessmodel was bijvoorbeeld om waarde te creëren van afval. Dit is gedaan door de kantoren demontabel te maken, zodat de materialen na de sloop opnieuw gebruikt konden worden.
Een ander aspect was bijvoorbeeld dat sommige materialen en diensten ingehuurd werden in plaats gekocht. Bijvoorbeeld, de liften werden gehuurd, in plaats van ingekocht. De leverancier van de liften blijft dan verantwoordelijk voor het functioneren en onderhoud van de liften.
Uitslag van het onderzoek
De andere twee cases zijn op dezelfde manier geanalyseerd. Op basis van een vergelijking van de cases komen de onderzoekers met vijf adviezen:
Circulair bouwen start met het ontwikkelen van een visie. Bij de ontwikkeling van die visie is het handig als andere partijen, zoals de aannemer en de architect, hierin betrokken worden.
De actoren moeten zichzelf aanleren om de sloopfase van het gebouw al in het ontwerp mee te nemen. Verder moeten ze aanleren om problemen multidisciplinair op te lossen. Dus bijvoorbeeld een architect kan een aannemer of een sloper betrekken in het ontwerp. En ze moeten nieuwe manieren van eigenaarschap van de materialen ontdekken.
Het is essentieel dat alle partners bij elkaar komen, van leveranciers, tot architecten, tot slopers en afvalverwerkers. Dit wordt nog niet veel gedaan, en daarom moet er moeite geïnvesteerd worden om elkaar te leren begrijpen en te vertrouwen.
Er moeten nieuwe businessmodellen bedacht worden.
Een nieuw ontwerpproces is nodig, waarbij alle actoren betrokken worden in het proces.
Bron: Leising, E., Quist, J., Bocken, N., (2018). Circular Economy in the building sector: Three cases and a collaboration tool. Journal of Cleaner Production. 176, 976-989. https://doi.org/10.1016/jclepro.2017.12.010
Een belezen mens telt voor twee! Als je dit leest, tel je dus voor twee 🙂
#Circulairbouwen #ketensamenwerking #Circulaireeconomie #Samenwerking #Duurzaambouwen #Wetenschapvertaald #samenwerken #Duurzaamheid