
Herinneren je Martin nog? Martin is de onderzoeker waarover ik schreef in mijn allereerste blog. Hij liep een aantal weken mee op de bouwplaats om te kijken hoe het daar aan toe gaat. Martin deed een etnografisch onderzoek.
Deze blog gaat ook over een etnografisch onderzoek. Dit keer is Dylan degene die meeloopt op een Noord-Engelse bouwplaats. Hij heeft gelezen dat onder migranten meer ongelukken zouden gebeuren tijdens het werk op de bouwplaats. Men heeft de conclusie getrokken dat dat dan door de taal zou komen. Maar Dylan twijfelt of die conclusie klopt.
Daarom heeft Dylan ook een etnografisch onderzoek gedaan. In dit onderzoek loopt hij een tijdje mee op de bouwplaats en beschrijft hij wat hij allemaal meemaakt.
Het doel van de Dylans onderzoek is om te weten te komen hoe buitenlandse bouwvakkers met elkaar communiceren in een context waar veiligheid belangrijk is.
Dylan ontmoet Viktor
Voor dit onderzoek werd Dylan rondgeleid op een bouwplaats door een behulpzame trainee. Er waren glaszetters aan het werk, die het glas tegen een stenen gevel plaatsten. De trainee legde uit hoe het proces in zijn werk ging. Dylan had gevraagd naar buitenlandse bouwvakkers op de bouwplaats. Op de twaalfde verdieping kwamen ze een groep glaszetters tegen, waarvan de trainee dacht dat ze Pools waren.
Dylan liep naar de groep toe en introduceerde zichzelf. Viktor was benaderbaar en nieuwsgierig naar Dylan. Ze konden van begin af aan goed met elkaar overweg. Viktor vertelde hem dat hij niet Pools, maar Russisch is. Viktor vertelde ook dat hij, net als zijn collega’s en opzichters uit Letland, Bulgarije, Italië en Engeland, een vast contract heeft bij het glaszetbedrijf GlazaBouw.
Terwijl Viktor stond te wachten om met de kleine kraan een raampanel te hijsen, stelde Dylan hem een aantal vragen. Viktor vertelde dat hij in de dertig was, en zo’n drie jaar voor GlazaBouw werkte. Eens in de paar maanden gaat hij op bezoek bij zijn familie in Rusland. Dit bouwproject was in Noord-Engeland, maar normaal gesproken werkt Viktor in Londen met dit vaste team van glaszetters.
Viktor leunde de hele tijd over de rand van het gebouw, om de grondwerkers goed te kunnen zien. Dylan deed dat ook, om te zien waar Viktor de hele tijd naar keek. Viktor zei dat Dylan zijn veiligheidshelm beter andersom kon opzetten, zodat Dylan het beter zou kunnen zien. Viktor beschreef wat hij aan het doen was en daardoor ging er een wereld van communicatiekanalen open voor Dylan.
Na een korte uitwisseling via een klein oordopje en microfoon (die Dylan nu pas opvielen), legde Viktor uit dat hij op die manier praatte met zijn collega’s die een verdieping boven en onder hem aan het werk waren. “Heb je die handgebaren gezien?”, vroeg Viktor, nadat hij een hangend paneel naar boven had begeleid.
Terwijl Viktor een aantal dingen heen en weer riep naar de bouwvakkers op de begane grond, vroeg Dylan hem wat ze hadden gezegd. “Ik kan je wel vertellen wat ik zei, maar het was in verschillende talen”, antwoordde Viktor.
Dylan moet verward hebben gekeken, want Viktor legde uit dat ze hun eigen GlazaBouw-taal hadden ontwikkeld. Dit taal is een mix van verschillende Oost-Europese talen, Engels en Italiaans, afhankelijk van tegen wie het bedoeld is.
Verschillende communicatiekanalen
De bovenstaande observatie laat zien dat er via verschillende kanalen onderling gecommuniceerd wordt. Hoewel het een Engelse bouwplaats is, werd voor communicatie telkens de specifieke GlazaBouw-taal gebruikt. Bijvoorbeeld:
De bouwvakkers op de begane grond gebruikten simpele handgebaren om Viktor aan te geven of hij meer naar links, of naar rechts moest hijsen.
Een mobiele link met oordopje en microfoon werd gebruikt om te communiceren met de – voor Viktor onzichtbare – collega’s een verdieping beneden hem. Dit was ook nodig om kleinere instructies voor het hijsen te communiceren.
Ook stonden er instructies op de materialen zelf. Bepaalde maten waren op de gevel en de panelen geschreven, die ook hielpen om de panelen op de juiste plek te hijsen.
Kerntaken
Dylan observeerde dat de bouwvakkers een groot deel van de dag bezig zijn met communicatie over het plaatsen van de panelen. Ze moeten immers continu met elkaar overleggen hoe ze precies die panelen moeten plaatsen en afstellen.
Op een gegeven moment vraagt Dylan aan Viktor of hij een foto van hem mag maken terwijl hij aan het werk is. Dat vindt Viktor goed. Automatisch poseert Viktor bij de kleine kraan die hij gebruikt om de panelen te hijsen. Dylan merkt dat Viktor het bedienen van de kraan als zijn kerntaak ziet, waarvoor hij specifieke vaardigheden moet hebben. Maar Viktor is het grootste deel van de tijd bezig met communiceren met zijn collega’s.
Ander perspectief
Op een gegeven moment in het onderzoek loopt Dylan ook een tijdje mee bij de collega’s op de begane grond, waar hij een ander perspectief van communiceren opdoet. Op de bouwplaats is er altijd een complex samenspel tussen het weer, het personeel, en de materialen. Er kan altijd iets onverwachts gebeuren, waardoor de opzichter moet ingrijpen, ook als dat vertraging van het werk betekent.
Inderdaad, het werk van Viktor op de twaalfde verdieping komt even stil te liggen, omdat er op de zevende verdieping een groot betonnen paneel gehesen moet worden. Alan, de collega op de begane grond met wie Viktor over het algemeen samenwerkt, heeft ook goed zicht op de zevende verdieping, helpt met het coördineren van het betonnen paneel op de zevende verdieping.
Deze gebeurtenis vergroot het bewustzijn van Dylan hoe minutieus de communicatielijnen in elkaar zitten, en iedereen afhankelijk van elkaar is.
Engels
Over het algemeen spreken de bouwvakkers GlazaBouw-taal met elkaar. Maar het viel Dylan op dat er soms ineens luidere Engelse commando’s naar elkaar geroepen werden. Het is waarschijnlijk niet direct op die manier afgesproken, maar die luidere Engelse commando’s waren onderdeel van de veiligheid. Het gebruik van Engels werd door bouwvakkers gelinkt met meer autoriteit, en ook staat het in contrast met de GlazaBouw-taal die ze normaal gebruiken. Daarom worden die luidere Engelse commando’s serieuzer genomen dan andere instructies die ze krijgen.
Verklaringen van de succesvolle communicatie
De groep glaszetters van GlazaBouw zijn succesvol in hun communicatie. Dat blijkt ook uit het feit dat ze door instanties getoetst zijn op veiligheid. Die toetsing leverde gunstige resultaten op. Dylan heeft vier redenen gevonden voor hun succesvolle communicatie:
De bouwvakkers uit verschillende landen werken als vast team al lang samen, waardoor ze tijd krijgen om hun eigen taal te ontwikkelen.
Omdat ze al zo lang samen werken als team, ontwikkelen ze niet alleen een eigen taal, maar ook ervaring. Het team heeft kennis van de procedures van het zetten van glas. Dat is kennis die je niet uit een boek kunt leren, maar alleen uit de praktijk. Je zou het verborgen kennis kunnen noemen.
Niet alleen de interactie met elkaar is groot, maar ook die met de materialen waarmee ze werken. Alles hangt met elkaar samen. Kleine handgebaren, woorden in verschillende talen, markeringen op het materiaal, gesprekjes via de oordop en microfoon, etc. Dit kun je alleen leren door langere tijd in dat systeem te werken.
Niet iedereen op de bouwplaats hoeft alle onderlinge communicatie te begrijpen. Viktor past zijn taal (of handgebaren) aan, aan degene met wie hij communiceert.
Tenslotte
Er is nog niet veel geschreven over dit soort kennis en taal die bouwvakkers op een bouwplaats met elkaar al doende ontwikkelen. Maar die kennis is superbelangrijk.
Het geeft aan dat je van buitenaf met procedures kunt proberen de bouwplaats te organiseren, maar dat de bouwvakkers zelf op basis van ervaringen zelf ook procedures ontwikkelen. Daar moet veel oog voor zijn als je als buitenstaander probeert de bouwplaats te managen.
Dit onderzoek van Dylan hangt samen met de complexiteitsvisie van Stacey, waarover ik deze blog schreef. Stacey zegt dat organisaties, zoals de organisatie van het zetten van glas, vorm krijgen door onderlinge communicatie en niet door plannen, programma’s, en blauwdrukken die van bovenaf worden opgelegd.
BRON: Tutt, D., Pink, S., Dainty, A., Gibb, A., (2013). “We’ve got our own language. The communication practices of migrant workers in the UK construction industry” in Ethnographic Research in the Construction Industry, edited by Pink, S., Tutt, D., Dainty, A., (2013). Routledge Advances in Sociology. By Routledge, Abingdon.
Hi! Wist je dat ik groot fan ben van dit soort etnografisch onderzoek?
Jij ook?
Laten we dan connecten op LinkedIn. Dan hou ik je op de hoogte van de volgende blogs die ik schrijf 🙂
#complexiteitstheorie #veiligheid #Samenwerking #etnografie #planning #bouwplaats #projectmanagement #samenwerken