
Hier zie je een bouwvakker aan het werk ‘on the tools’. Werken ‘on the tools’ betekent dat de bouwvakker het fysieke werk doet. Vaak zijn bouwvakkers trots op hun werk ‘on the tools’. Dat vind ik terecht. Voor timmeren, metselen, beton storten, stukken, en al die andere taken op de bouw is vakmanschap nodig. Daar kunnen we alleen maar respect voor hebben.
Zoals jullie inmiddels weten heb ik een zwak voor etnografisch onderzoek en sommige daarvan gaan over de bouwplaats zelf. Ik heb al eerder geschreven over Martin en hoe hij veiligheid op de bouwplaats ervoer en over Viktor die op allerlei manieren met zijn buitenlandse collega’s communiceerde.
Deze blog gaat over een Australische onderzoeker Philip, die voor zijn PhD-onderzoek 18 maanden meewerkte met bouwvakkers in Australië.
Het woord bouwvakker is een verzamelwoord voor allerlei vaklieden in de bouw, zoals schilders, metselaars, stukadoors, en elektriciens.
Australische bouwvakkers werken voornamelijk als zelfstandige, dus niet in loondienst. Ze zijn altijd bezit met het zoeken naar nieuwe projecten.
Philip is benieuwd hoe deze groep. Ze zijn voor onderzoekers lang onder de radar gebleven. Waar werken ze? En wat doen ze precies?
Hoe onderaannemers in Perth aan werk komen
In Perth wonen 1,5 miljoen mensen. De bouwsector in Perth is groot. Er wordt veel gebouwd en gerenoveerd. Als zelfstandig bouwvakker is het niet mogelijk om iedereen te kennen. Een bouwvakker werkt telkens met nieuwe collega’s die ze niet kennen.
Omdat de meeste bouwvakkers niet in loondienst zijn, zoeken de bouwvakkers werk via bouwende aannemers die als opdrachtgever fungeren. De basis van de bouwvakker is de relatie met de opdrachtgever.
Bij iedere nieuwe opdracht moet de bouwvakker opnieuw met de opdrachtgever onderhandelen. Ook als een bouwvakker voor dezelfde opdrachtgever aan meerdere projecten werkt, moet die bouwvakker voor ieder project weer opnieuw onderhandelen. Dit is een gedoe, omdat de prijzen afhangen van de fluctuerende markt.
De afspraken tussen de bouwvakker en de opdrachtgever worden mondeling gemaakt, vaak zelfs telefonisch.
In Australië bestaat niet zoiets als een algemene code waar bouwvakkers in die onderhandeling op terug kunnen vallen.
Dat geen algemene code bestaat waar de bouwvakkers in hun onderhandeling op terug kunnen vallen, levert een aantal problemen op:
Bouwvakkers kunnen niet terugvallen op loonafspraken.
Bouwvakkers weten van elkaar niet wat ze verdienen. Het is dus moeilijk inschatten wat ze kunnen vragen. Als ze te veel vragen zijn ze bang dat ze het werk niet krijgen, en als ze te weinig vragen zijn ze bang dat ze afgezet worden.
Werkuren zijn niet gereguleerd.
Veel bouwvakkers hebben te weinig juridische kennis om geschillen aan te vechten in de rechtszaal.
De onderhandelingen kosten tijd die de bouwvakker niet betaald krijgt.
Bouwvakkers krijgen werk doordat ze een relatie hebben met opdrachtgevers, maar die relatie is doorspekt met cynisme en wantrouwen. Bouwvakkers vragen zich af of ze niet te weinig betaald krijgen, terwijl de opdrachtgever juist bang is dat ze te veel betalen voor het werk.
Dit is een quote van een Australische bouwvakker, toen Philip de onderzoeker vertelde dat hij inzicht wilde krijgen in het werk van een bouwvakker:
“Vriend, ik snap wat je wil weten. Ik werk al een tijd als bouwvakker en ik snap zelf ook niet hoe het werk georganiseerd wordt. Het spel verandert de hele tijd. De ene dag is nooit hetzelfde als de andere dag. Weet je, als bouwvakker kun je dit spel gewoon niet beheersen.”
Bouwvakkers zien in dat het onmogelijk is om een overzicht te hebben in deze sector. Ze praten onderling wel. Ze luisteren goed als een ander iets prijs geeft over hun loon, maar ze zijn ook terughoudend in het delen van informatie.
Het enige wat een bouwvakker zeker weet, is dat ze om hun geld te verdienen zwaar lichamelijk werk doen.
Het fysieke werk
Het werk van een bouwvakker is zwaar fysiek. Op een gegeven moment ontmoette de onderzoeker de metselaar die Arthur heet. Arthur werkt al 24 jaar als bouwvakker. Arthur heeft tijden gekend dat alles goed ging, en tijden dat hij geen werk kon vinden.
Op een middag zat de onderzoeker met Arthur en andere bouwvakkers in de kroeg. Ze konden die middag niet werken vanwege het weer. Ze hadden het erover dat ze ook ander werk aannamen, zoals chauffeur of in de horeca. Arthur zegt in dat gesprek:
“Als je een andere baan aanneemt, zoals bijvoorbeeld in een winkel, dan ben je daar alleen maar aan het wachten tot je naar huis mag. De dag duurde dan zo lang, vooral de middagen. Maar weet je, als je bezig bent en je werkt voor jezelf op zo’n bouwplaats, dan vergeet je gewoon hoe laat het is.”
Alle andere bouwvakkers stemden hiermee in. Dit vond Philip opvallend, want normaal zag hij geen teamsfeer onder de bouwvakkers.
Naarmate Philip meer met bouwvakkers omgaat, merkt hij dat ze betrokken zijn bij het werk dat ze doen en het liefste lange uren maken.
Ook maken de bouwvakkers verschil tussen werken ‘on the tools’ en ‘off the tools’. Ze werken het liefst ‘on the tools’. Daarmee bedoelen ze dat ze het fysieke werk doen dat hoort bij het vak van bouwvakker, welke specialisatie ze dan ook hebben. Het werken ‘off the tools’ betekent niet altijd dat ze werkloos zijn, maar daarmee bedoelen ze ook alle andere type banen die ze ook aannemen, de tijd dat ze niet kunnen werken vanwege een blessure, of ze hebben een tijdelijke opdracht als opzichter.
Overigens verwijst de term ‘bouwvakker’ in dit artikel naar zelfstandige vaklieden, zoals een metselaar, timmerman en loodgieter. Deze zelfstandige bouwvakkers hebben vaak hun eigen gereedschap. ‘Labourers’ (van het Engelse woord labour) zijn mensen die de bouwvakkers helpen. Zij hebben geen eigen gereedschap. Als bouwvakkers in dienst zijn van een onderaannemer, zorgt de onderaannemer voor gereedschap.
In elk geval is het gereedschap van een zelfstandige bouwvakker heilig. Ze hebben respect voor hun gereedschap. Gereedschap worden alleen uitgeleend als het echt niet anders kan. Iedere bouwvakker gaat zorgvuldig om met zijn gereedschap.
Denken als een bouwvakker
Om nog meer inzicht te krijgen in de ervaringen als een Australische bouwvakker, werkt Philip de onderzoeker een tijdje als hulp van een metselaar. Als eerste leert hij hoe hij cement moet mixen. Als Philip faalt in het juist mixen van cement, krijgt hij op zijn kop van de metselaars. Cement mixen wordt beschouwd als een makkelijk werkje. Doordat Philip verkeerd cement mixt vertraagt het werk van de metselaars.
Het ging onder andere verkeerd, omdat Philip nog moest leren hoe hij de schep moest hanteren. Ook moest Philip leren hoe en in welke hoeveelheden hij het water erbij moest gieten. Door zijn onhandigheid demonstreerde hij zijn onervarenheid.
Het moeilijke deel van het mixen was het hanteren van het gereedschap en vaardigheden. De juiste hoeveelheden ingrediënten samenstellen was eenvoudig.
Een verkeerde mix kan het werk van de metselaar vertragen. De metselaar waarmee Philip de onderzoeker werkte reageerde dan zoiets als:
‘Wat is er aan de hand? Ben je boos op mij ofzo? Een goede bouwvakker snapt toch ook wel dat ik niet met zo’n mix kan werken?’
De metselaar insinueerde dat Philip dus met opzet de verkeerde mix heeft gemaakt, wat in sommige gevallen ook zo was. Dit is het enige wapen dat je als hulpje kunt inzetten wanneer de metselaars je het leven zuur maken.
Een van de taken van Philip was ook om het cement op de juiste tijd bij de metselaar te krijgen, zodat de metselaars nooit zonder cement kwamen te zitten. Philip moest dus met de emmer met cement naar de metselaar rijden. In de ogen van een van de metselaars deed Philip dat verkeerd. Hij nam een langere route dan nodig, en hij moest over de kortere route een weg maken van planken, zodat hij daar ook kon rijden. Philip vond dit niet nodig en vertelde de metselaar dat. Vier uur lang heeft de metselaar hierover lopen zeuren, totdat hij het niet meer aan kon zien. De metselaar legde zijn troffel neer en begon zelf met planken die kortere weg klaar te maken. ‘Wat moeten de andere metselaars van mij denken als jij zo onhandig doet?’ was zijn verklaring.
Al met al is het heel belangrijk dat je in je acties en in je eindresultaten (het metselwerk in dit geval) laat zien dat je in staat bent om te denken als een bouwvakker.
Conclusie
Volgens Philip de onderzoeker is het belangrijk dat we weten hoe het werk van een bouwvakker in Australië in elkaar steekt.
Het doel is niet zozeer om dit allemaal te generaliseren en te valideren met meer van dergelijk onderzoek.
Juist door dit soort processen op een etnografische wijze in beeld te brengen, kun je het ook kritisch bevragen.
BRON: Moore, P., (2013). “On the tools: the physical work of building and renovating houses in Perth” in Ethnographic Research in the Construction Industry, edited by Pink, S., Tutt, D., Dainty, A., (2013). Routledge Advances in Sociology. By Routledge, Abingdon.